Op de pagina "Coöperatief leren" heeft u algemene informatie kunnen lezen over wat COÖP eigenlijk inhoudt. Om terug te gaan naar die pagina klikt u hier. Op deze pagina laten wij u kennismaken met een aantal veelgebruikte didactische structuren.

Didactische structuren (DS) zijn werkvormen die in alle lessen zijn in te bouwen. Ze leren de kinderen hoe ze moeten samenwerken. 
Als leerkracht lezen we in onze handleidingen regelmatig: "Laat de kinderen deze vraag samen bespreken" of "Laat de kinderen in een groepje een oplossing bedenken".
Wat we dan vaak zien gebeuren is dat de kinderen onmiddellijk, ongestructureerd aan het werk gaan. Snelle denkers nemen de leiding, anderen "volgen" en er zijn kinderen die nauwelijks de kans krijgen mee te denken of mee te doen.
Als leerkracht weten we na afloop niet wat ieder kind heeft bijgedragen en geleerd heeft.

Structureel coöperatief leren (SCL) is meer dan alleen samen werken. Bij SCL gaan we de samenwerking tussen kinderen structureren, vandaar Structureel Coöperatief Leren. We maken als leerkracht afspraken met de kinderen hoe ze moeten samenwerken. 
Deze afspraken willen we ook graag met u delen. Daarom kunt u in onze nieuwsbrief regelmatig over de didactische structuren (DS), die wij in de verschillende groepen inzetten, lezen. Vraag er ook eens naar bij uw kind(eren). Zij kunnen u vast en zeker enthousiaste voorbeelden uit de praktijk geven!

Het lesdoel staat bij ons op de Touwbaan centraal, in elke groep en bij elke les. Tijdens een les krijgen de kinderen van de leerkracht instructie over een leerprobleem (bv. hoe ze een rekensom moeten oplossen). Om het geleerde in te slijpen is het voor kinderen fijn om de instructie in eigen woorden te verwoorden aan een maatje. Om samen tot de oplossing te komen kunnen/moeten ze elkaar coachen. Een veelgebruikte DS is dan ook "Tweetal Coach".

    

Tweetal Coach - Groep 1 t/m 8

1. Jullie werken met je schoudermaatje op één werkblad dat tussen jullie in ligt (met één pen of met 2 verschillende kleuren).

2. Eén van jullie tweeën mag beginnen (Wie?).

3. Degene die begint (kind A) denkt 'hardop' na. Kind B luistert goed en mag 'helpen'/coachen als dat nodig is. Kind B zegt bijvoorbeeld: "Ik denk iets anders" of "Kijk daar eens goed naar". Kind A schrijft het antwoord pas op als Kind B het ermee eens is.

4. De rollen worden omgedraaid.



Een andere DS die in groep 1 t/m 8 ingezet wordt is Mix & Ruil. Bij deze DS werken alle kinderen uit de groep met elkaar samen.



Mix & Ruil - Groep 1 t/m 8

1. Alle kinderen krijgen een kaart en lopen door de héle klas = Mixen.
Een ander kind zoeken = hand met kaart omhoog.

2. Kind A vertelt alles wat het weet over zijn/haar kaart, maar mag ook vragen: "Wat weet jij ervan?".
Kind B luistert en/of geeft antwoord op de vraag.

3. De rollen van stap 2 worden omgedraaid.

4. De kaarten worden geruild. "Bedankt, doei..."

5. De kinderen gaan uit elkaar en herhalen een aantal keer stap 1 t/m 4 (om veel kennis en informatie uit te wisselen).

Een DS kunnen we met verschillende doeleinden inzetten:
Als klasbouwer: Kinderen krijgen een kaartje met een persoonlijke vraag. Bv. "Vertel één ding over je weekend". Op deze manier zijn alle kinderen actief betrokken.
Als informatie-uitwisseling: Kinderen krijgen een kaartje met een plaatje erop. Ze vertellen aan de ander wat ze weten over het plaatje.
Als beheersing: Kinderen krijgen een kaartje met een som erop. Ze leggen de ander de som voor, het maatje beantwoordt de vraag en degene die de vraag stelde controleert meteen of het antwoord goed is. 



Een aanvulling op Mix & Ruil is Mix & Koppel



Mix & Koppel - Groep 1 t/m 8

1 t/m 5. Volg de stappen 1 t/m 5 van Mix & Ruil

6. De juf / meester roept "Bevries" of gebruikt het stilteteken. Ieder kind moet nu zijn/haar kaart bij zich houden.

7. De juf / meester zegt "Koppel".

8. Alle kinderen zoeken het kind dat de bijpassende kaart heeft en gaan in tweetallen staan. Zijn alle koppels goed gevormd? Checken!




Deze DS kan in alle groepen ingezet worden. Bijvoorbeeld:
Onderbouw: De kinderen krijgen een kaartje met Sinterklaas, Zwarte Piet, een mijter, een kraag, enz. Wat hoort bij elkaar?
Middenbouw: Sommige kinderen krijgen een kaartje met een (tafel-) som. Anderen krijgen een kaartje met een inkomst. Wat hoort bij elkaar?
Bovenbouw: Sommige kinderen krijgen een kaartje met een bekend persoon of een bekende gebeurtenis  uit de geschiedenis. Anderen krijgen een kaartje met daarop een jaartal. Wat hoort bij elkaar?



 
IMG_6026
IMG_6025
IMG_6024
IMG_6023
IMG_6022
Deze website is gemaakt met Webredactie.nu van web2work